De 3*-duikopleiding van De Waterman is een leergang van verdieping: in deze opleiding worden de puntjes op de i gezet en de achtergronden van
wat je tot nu toe als vaste gegevens hebt aangenomen verduidelijkt. Je wordt opgeleid als ‘begeleidend duiker’.
Je leert in het onderdeel Redden hoe je moet reageren bij een duikongeval. Ook leer je hoe je duikers in opleiding kan begeleiden door duiktechnieken met hen te oefenen. Tenslotte worden je recente inzichten in de decompressietheorie aangeboden. Ook de 3*-duiker duikt binnen de nultijden. Voordat het 3*-duikbrevet kan worden aangevraagd, moet je in totaal minimaal 60 duiken hebben gemaakt.
De duiken uit je vorige opleidingen tellen hierbij mee, evenals de duiken die je maakt in het kader van je opleiding.
Om deel te kunnen nemen aan de opleiding tot 3-ster duiker moet je:
De 3*-duiker wordt in de Engelse benaming aangeduid als:
Dive Master
Dit is een internationaal bekende benaming, waarvan de bevoegdheden aansluiten bij wat de NOB 3*-duiker in zijn opleiding heeft geleerd.
Als 3*-duiker sta je voor de keuze of je je verder gaat specialiseren in het duiken óf dat je kiest voor de instructiekant. Je kunt het natuurlijk ook allebei doen.
De 3*-duiker kan kiezen uit alle specialisaties, inclusief Decompressieduiken en Nitrox Gevorderd.
Dive Master 3-ster duiker aan de leiding
Als 3*-duiker kun je alle kanten op; een van de dingen die je leert, is het begeleiden van duikers. Begeleiden van gebrevetteerde duikers tijdens een clubduik, maar ook oefenen met duikers die in opleiding zijn voor hun volgende brevet.
Als je als 3*-duiker een duiker in opleiding begeleidt, gelden de volgende regels:
Duikers die nog niet over een brevet beschikken, moeten in het buitenwater altijd worden begeleid door een 2*-instructeur.
Let op: Er is één uitzondering op deze regel:
De 3*-duiker mag een 1*-duiker in opleiding in buitenwater begeleiden tijdens een 'funduik', of in plat Nederlands, onder water rondzwemmen voor het plezier en het opdoen van ervaring. Deze bevoegdheid geldt niet voor de eerste buitenwaterduik, omdat het hier om een nieuwe ervaring gaat. Het geldt daarom vanaf de tweede buitenwaterduik. De eisen met betrekking tot brevettering en begeleiding hangen dus af van het soort buitenwaterduik. We onderscheiden drie soorten:
De 3*-duiker staat in een opleidingssituatie altijd onder verantwoordelijkheid van een 2*-instructeur. Deze is op de locatie aanwezig. Een 3*-duiker die een begeleide duik maakt met een 2*-duiker in opleiding (bijvoorbeeld een tweede nachtduik nadat de eerste nachtduik met een 2*-instructeur gedaan is) staat ook onder verantwoordelijkheid van een 2*-instructeur. In dit geval hoeft de instructeur niet op de locatie aanwezig te zijn.